

De zoektocht naar een goede tool om duurzaamheid inzichtelijk te maken
Een interview met kwaliteitsmanager Pieter van den Homberg
De behoefte aan duurzaam geteelde producten neemt in heel de wereld toe. De overheid, maar ook retailers en consumenten stellen steeds hogere eisen. Hierdoor neemt ook de vraag toe naar een goede methode om de impact van bedrijven en producten zichtbaar te maken. De Horti Footprint is zo’n methode. Het is een innovatieve software-tool die de CO2-footprint van een tuinbouwbedrijf kan meten. Naast dat het klanten inzicht verschaft, helpt de tool telers om duurzame keuzes te maken. ZON voert momenteel een pilot uit bij drie aangesloten telers, waaronder Vereijken Kwekerijen.
Pieter van den Homberg is werkzaam als kwaliteitsmanager bij Vereijken Kwekerijen. ZON ging op bezoek bij het moderne hoofdkantoor in Beek en Donk, waar Pieter ons meer vertelde over hun eerste ervaringen met de Horti Footprint-methode. “Als kwaliteitsmanager valt de implementatie van de Horti Footprint onder mijn verantwoordelijkheid, net als alle andere certificeringen. Je merkt dat dit steeds belangrijker wordt in de telerswereld. Steeds meer klanten vragen specifiek naar onze CO2-footprint en verduurzamingsmaatregelen.”


Steeds meer klanten vragen specifiek naar onze CO2-footprint en verduurzamingsmaatregelen.
Niet alleen vanuit Nederland, maar ook vanuit Europa komt er steeds meer wetgeving rondom duurzaamheid. De Europese Unie wil onder andere inzichtelijk maken wat de impact van een bedrijf is op de wereld en op de samenleving. “Hiervoor hebben ze nu een nieuwe richtlijn opgesteld, de CSRD, ofwel de Corporate Sustainability Reporting Directive. Deze richtlijn vraagt van bedrijven om in hun jaarverslag uitgebreid te rapporteren over onder meer CO2-uitstoot, sociaal kapitaal, ‘good governance’ en de impact op biodiversiteit. Grote bedrijven moeten hier nu al aan voldoen, kleineren zullen snel volgen.”
Vandaar dat ZON momenteel onderzoekt of de Horti Footprint een goede methode is om duurzaamheid tastbaar te maken. Pieter: “Net als andere bedrijven, zoeken ook wij naar een goede, eenduidige manier om deze informatie in kaart te brengen. Momenteel zijn we aan het uitproberen of de Horti Footprint een goed hulpmiddel is om onze milieu-impact te berekenen en te duiden. “De huidige methodes beperken zich vaak tot het energieverbruik. De Horti Footprint gaat verder en berekent naast energieverbruik ook het gebruik van plastic, meststoffen, water en gewasbescherming en de hoeveelheid afval die je produceert.”
“We hebben nu alle gegevens voor de Horti Footprint verzameld en ingevuld in het programma. Nu het is nog afwachten wat eruit gaat komen”, aldus Pieter. “Hoewel ik er zeker het nut van inzie, vraag ik me ook af of er niet een efficiëntere manier is. We doen al best veel op het gebied van duurzaamheid, dus ik ben heel benieuwd naar de resultaten. Misschien zijn er zaken waar we niet aan gedacht hebben, die door de Horti Footprint-tool ineens boven komen drijven. Het is in ieder geval een veelbelovende methode die verdergaat dan alleen onze energie-footprint.”
De Horti Footprint berekent naast energieverbruik ook het gebruik van plastic, meststoffen, water en gewasbescherming.
De Horti Footprint focust zich op een uitgebreide meting van de milieu-impact van een bedrijf. De CSRD-richtlijn vraagt echter nog meer. “Naast onze impact op het milieu, moeten we ook gaan rapporteren over de manier waarop we met onze medewerkers omgaan en of onze organisatie goed in elkaar zit.” Pieter glimlacht: “Ik heb er alle vertrouwen in dat dit bij Vereijken kwekerijen goed zit. Net als verreweg de meeste tuinbouwbedrijven voldoen we bijvoorbeeld al aan de GRASP-certificering, die zich richt op goede arbeidsomstandigheden en goed werkgeverschap.”
Duurzaamheid wordt in de toekomst de norm, zo veel is duidelijk. “Hoe we dat inzichtelijk gaan maken naar onszelf én onze afnemers, is echter nog de vraag”, vertelt Pieter. “Zo is er nu nog helemaal geen ijkpunt of vergelijkingsmateriaal. Dat wordt pas duidelijk als straks alle bedrijven hun rapportages opstellen en openbaar maken. Ik hoop in ieder geval dat we in Europa en daarbuiten een gelijk speelveld krijgen om dit soort zaken te berekenen, daar zullen we waakzaam op moeten zijn. Voor nu is het goed dat ZON hier alvast op anticipeert en dat we tot een juiste rapportage komen. Het voelt in ieder geval als de juiste weg om duurzaamheid onderling, naar klanten en straks wellicht ook naar de richtlijnen van de Europese Unie inzichtelijk te krijgen.”